Sinds zijn herverkiezing in november anticipeerden beleggers op de bekende America First-agenda van Donald Trump: betere handelsvoorwaarden, een sterkere economie, minder schulden en een machtiger Amerika. Maar weinigen hadden voorzien hoe hij dat zou proberen te realiseren. Wat voor velen aanvankelijk leek op willekeurig beleid, begint zich steeds duidelijker te ontvouwen als een strategische zet.
De Verenigde Staten kampen al jaren met een onhoudbare schuldenlast, en in 2026 moet ruim $9 biljoen aan staatsobligaties worden geherfinancierd (grotendeels uitgegeven in tijden van nulrente). Die tijd is voorlopig voorbij. Trumps aanpak lijkt erop gericht om de rente kunstmatig omlaag te duwen. Elke basispunt verlaging bespaart de overheid miljarden aan rentelasten. De huidige rente van rond de 4% drukt zwaar op de begroting, en de enige manier om die structureel te verlagen, is door de economie tijdelijk af te remmen: minder groei, minder inflatie, minder kapitaalvraag, en dus lagere rente.
Zodra die doelstelling bereikt is, kunnen de sluizen weer open en kan Trump zijn beloftes waarmaken. Dit is geen handelsoorlog, dit is een rentestrijd. Een pijnlijke, tijdelijke ingreep met een duidelijk doel: de basis leggen voor een nieuwe economische opleving.
Of dat lukt, hangt af van wat er achter de schermen gebeurt. Als Trump zijn confrontaties weet in te ruilen voor effectieve dealmaking, kan dit beleid verrassend goed uitpakken. Wij blijven dan ook positief over de lange termijn. Want wat vandaag tegenzit, kan morgen de grootste kansen opleveren.